Totaal aantal pageviews

dinsdag 31 mei 2011

Alweer een afscheid!

Bij het lezen van deze titel zouden jullie wel denken dat het echt aandacht te kort is. Deze keer valt het allemaal me. Ik vond dat Wordpress er toch wel wat gelikter uitzag. Vandaar dat ik per vandaag al mijn blogs op http://abdelrachid.wordpress.com/ heb gezet.

Het is dus alleen een afscheid van Blogspot. En dan gaan we nu een kijken hoe we het op Wordpress doen.

Dank jullie wel voor het lezen!!

zondag 15 mei 2011

Fuck Moederdag

Het was de tweede dag van de vijfde maand en tweeduizendenzes jaar na de geboorte van Jezus Christus. Althans dat is wat de Christenen ons willen doen geloven. Voor mij was het gewoon 2 mei 2006. Ik had gewerkt. Ik werkte elke dag. Als ik werkte hoefde ik niet na te denken. Ik moest wel nadenken. Ik hoefde alleen niet te denken over mijn zieke moeder. Ik kon het even verdringen. Tijdens de pauzes duwde ik wel met tranen in mijn ogen een McDonald’s burger door mijn strot, of andere etenswaren. Als het druk was in de winkel hoefde ik niet te denken. Niet denken is heerlijk. Ik ging altijd met de bus naar mijn werk. ’s Avonds moest ik een sprintje trekken om mijn bus te halen. Ik zat dan hijgend in de bus. Heerlijk. Sporten, werken en groen denken. Alles in één keer. Op de terugweg van het centrum van mijn toenmalige woonplaats naar huis kreeg ik al een vreemd gevoel. Ik kreeg kippenvel. Een vreemd gevoel in mijn maag. Een soort van vlinders, maar dan zonder het fijne verliefde gevoel erbij. Het kan trouwens dat ik mij dit naderhand allemaal heb ingebeeld. Ik weet het niet meer. Ik herinner mij nog weinig van de die dagen. Te weinig.


Na een lange slopende werkdag kwam ik thuis. Normaal gesproken klonk er veel lawaai uit de woonkamer bij het openen van de voordeur. Er zou toch niks gebeurd zijn? Vast niet. Dan hadden ze mij wel gebeld. Om het ijs te breken, en de akelige stilte, kwam ik zingend binnen. Ik zag iemand naar mij gebaren. Het was niet een gebaar van wees stil, maar meer van houd je bek. Snel hield ik mijn mond. Bij het betreden van de woonkamer zag ik twee doktoren met mijn moeder en tante in gesprek. Was niet heel handig van mij dat ik door het gesprek heen zong. Het was sowieso niet heel handig om nu zingend binnen te komen. Ik liep snel door de tuin in. In de tuin zat de rest van de familie. Ik stotterde zachtjes: “Sorry!” Ze begonnen te lachen. “We hadden niets anders van jou verwacht. Wel een slechte timing hoor”, lachte mijn oom mij toe. Het duurde niet lang en de twee artsen verlieten het huis weer. Ik bood de artsen ook even mijn excuses aan. Ze vergaven het mij. Dat zeiden ze tenminste. Eindelijk kon ik eten. Ik wilde niet weten wat de artsen hadden verteld. Ik wilde niet weten wat er nu ging gebeuren. Ik ging mij concentreren op mijn eten, dan douchen en dan gauw mijn bed in duiken. Daar kon ik huilen. Daar waren geen mensen die naar mij keken. Daar kon ik mijn verdriet kwijt. Tijdens het denken aan mijn uren liggen draaien en huilen in bed hoorde ik de deur open en dicht gaan.


Mijn vader kwam binnen. Mijn vader kwam altijd op een andere tijd binnen. Mijn vader is nooit een man van tijd geweest. Lange tijd was ik bang voor mijn vader. Ik kan mij nog incidenten herinneren dat ik mijn schooltas had uitgepakt en op mijn licht blauwe mountainbike naar Antwerpen wilde fietsen. Ik had ruzie met mijn vader. Ik had in mijn eerste toetsweek op de middelbare school een 6.5 gehaald. Dat was te laag. Verdrietig had ik mijn tas ingepakt en stapte ik op mijn fiets. Mijn moeder belde mij met de mededeling dat ik gestoord was en dat ik als een gek terug moest komen. Ik was net de hoek om. Ik stond eigenlijk te wachten op de hoek van de straat. Ik wist dat mijn moeder zou bellen. Na een kort gesprek tussen mijn vader en mijn tante escaleerde het. Mijn vader, overmand door verdriet, schold op mijn tante. Mijn tante vond dit onterecht. Ik weet dat ik ook ergens een rol speelde. De rol die ik vervulde kan ik niet helemaal meer plaatsen. Mijn vader bleef schelden en tieren en ergens onder het schreeuwen sneuvelde een glas. Of twee glazen. Of drie. Ik weet het niet meer. Er braken in ieder geval glazen. Dat weet ik nog wel. Ik probeerde mijn vader rustig te maken. Het duurde niet lang. Hooguit een minuut of vijf en ik had mijn vader weer redelijk rustig. Ik hoorde iemand roepen: “We hebben de politie al gebeld” en schrok. Dat kan toch niet? Straks pakken ze mijn vader nog op. Ik liep naar buiten en zag drie politieauto’s de straat inrijden. Snel rende ik weer terug. Ik schopte een container om en sloeg (per ongeluk) de ruit uit de voordeur. Ik rende door naar de tuin en liet mijzelf op een tuinstoel vallen. Wat was er allemaal gebeurd? Wat was dit voor film? Kan iemand mij alsjeblieft wakker maken uit deze droom? Ik zag bloed over mijn arm stromen. Mijn tante kwam op haar knieën naast mij zitten. Ze keek even naar mijn rechterbovenarm en concludeerde dat we naar het ziekenhuis moesten. Ondertussen was het huis volgestroomd met vriendelijke politieagenten. Die mijn vader verzochten om af te koelen en mij ook het advies gaven naar het ziekenhuis te gaan. Dat was opgelost. De agenten hoefde mijn vader niet op te pakken. Iedereen kon gewoon in zijn eigen, of op dat moment toegeëigende bed, de nacht doorbrengen.

Met hechtingen in mijn arm en een kloppende wond belde ik mijn manager op. Ik wilde hem vertellen dat ik niet kon komen werken op donderdag. Hoe vervelend ik het ook vond. De artsen hadden verteld dat mijn moeder het einde van de week niet meer zou halen. Zo slecht ging het ondertussen met haar. Daarbij had ik ook wel een beetje pijn aan mijn arm. Dat was dan wel mijn eigen schuld. Niemand had gezegd dat ik met mijn arm door die ruit moest gaan. Pijn deed het wel. Mijn manager begreep de mededeling niet helemaal. Hij vond dat ik gewoon moest komen. Na een korte nacht, stond ik de dag erna gewoon weer voor de deur van de winkel. Ik moest openen. Na een uurtje belde toevallig een vriend van mij, werkzaam in hetzelfde bedrijf, mij op. Hij vroeg wat ik aan het doen was en waarom ik niet thuis was. Ik legde hem in het kort het verhaal uit en het enige wat hij zei is: “Ik ben er met een kwartiertje”. Na tien minuten fietste hij de zaak binnen. “En nu opgerot. Ik bel je vanavond” was het enige wat hij tegen mij zei. Snel pakte ik mijn spullen uit de kantine en ik rende naar de bus toe. Ik durfde alleen niet goed. Bij de bushalte aangekomen liep ik weer terug het centrum in. Ik liep naar een cd-winkeltje. Ik pakte twee cd’s van LL Cool J en liep weer terug naar de bushalte. Toen ik binnen kwam zei mijn tante: “Je bent net op tijd. We wilden je bellen. Het gaat niet goed.” Ik zag mijn moeder liggen. Mijn moeder ooit een krachtige vrouw. Nu lag ze daar. Fragiel, kaal en met haar ogen dicht in een bed. Met tranen in mijn ogen keek ik weg. Mijn neef stond in de deuropening. Ik voelde zijn handen op mijn schouders. Mijn neef, twee meter lang en twee meter breed, stond langzaam mijn schouders kapot te knijpen. Ik keek omhoog naar hem. De stoere zeeman verloor een traan. Met een brok in mijn keel keek ik terug naar mijn moeder. Ik draaide mij om en liep naar buiten. De tuin in. Ik had behoefte aan een sigaret.

Ik was nog niet eens op de helft toen iemand mij riep. Ik moest snel naar binnen komen. Ik ging bij het voeteneind staan van het bed. Mijn broertje zat bij het hoofdeind en had de hand van mijn moeder vast. Ik hoorde mijn moeder onregelmatig ademhalen. Ze had haar ogen gesloten. Ik hoorde mijn broertje zachtjes tegen haar fluisteren. Er druppelde langzaam wat meer familieleden om ons heen. Wie kan ik mij niet meer herinneren. Mijn oom stond naast mij. Dat is een ding wat zeker is. Ik stond met tranen in mijn ogen, en mijn lip stuk bijtend, te kijken naar mijn arme moeder. Ik hoopte dat iemand mij wakker zou maken. Ik hoopte dat het allemaal een droom was. Tijdens het hopen hoorde ik iemand zeggen: “Ze is weg”. Ik nam aan dat dit betekende dat mijn moeder overleden was. Dat bedoelde ze ook. Ik hoorde mijn tante huilen. Iemand anders bij mij in de buurt hoorde ik huilend “Nee, oh nee” roepen. Op dat moment slaakte mijn moeder een diepe zucht. Ze was nog niet overleden. Iedereen keek naar mijn moeder. Het door de kanker opgevreten lichaam schokte een paar keer. Mijn broertje kuste haar wang en zei zachtjes: “Ga maar mama. Het is goed.” Enkele seconden later hoorde ik weer iemand zeggen: “Ze is overleden”. Ik keek naar mijn oom. Hij keek naar de klok en zei in zichzelf: “Kwart over twaalf”. Drie mei in het jaar tweeduizendenzes om kwart over twaalf overleed mijn moeder dus.

Ik mis haar na vijf jaar nog dagelijks.

Stink Turkje

“Niet naar hem spelen hij is homo” riep een klein, dik, vadsig en behaard mannetje. “Wie is homo?” hoorde ik een andere jongen vragen. Het dikke, behaarde vadsige mannetje wees op mij. Ik lachte wat en haalde mijn schouders op. Terwijl ik dat deed vroeg ik het vadsige mannetje dat aan zijn zus te vragen. Zijn ogen schoten vuur. Ik zag een ader op zijn voorhoofd opzwellen. De ader begon te kloppen. “MIJN ZUS!!!” schalde het door de kleedkamer van een aftandse voetbalclub, ergens aan een dijk. “Ik ben een Turk, niemand praat over mijn zus. Wie denk je dat je bent?” Schreeuwde het vadsige mannetje.


“Wil je dat ik daar antwoord op geef?” Het Turkse dikkerdje werd bozer en bozer. Ik genoot van het moment. Ik had altijd al een hekel aan het Turkse dikkerdje. Hij stonk naar knoflook. Al dat haar absorbeerde zweet, en dat was te ruiken. Nog een probleem, niet eens het onbelangrijkste, de smerige Turk loog áltijd, hij loog zelfs wanneer hij floot.

Er werden nog wat leuzen naar mijn hoofd geslingerd, “Ik maak je dood, je bent een klootzak”. Ik keek hem aan en moest weer lachen. Zelfs zijn oren waren behaard. Wat een lelijk gedrocht dit Turkje. “Stel je niet aan, man. Ik val op lekkere wijven. Tot dat clubje behoort je zus echt niet” zei ik tegen het vadsige Turkje. Er brak iets in de Turk. Hij verloor op dat moment al zijn zelf beheersing en stormde op mij af. Ik zag een dik mannetje met veel haar en alleen zijn boxer op mij af stieren. Rustig zette ik een stap naar rechts. De turk gleed uit. De kleedkamervloer was nat van het douchewater. Jammerend van de pijn lag hij daar op zijn rug. Er vielen wat scheldwoorden vanaf de Turkse kant en dat was het. Langzaam stapte ik over de het stinkende haarballetje heen en wenste iedereen een fijne dag. We hadden gewonnen en ik had gescoord. Het enige wat er in mijn hoofd omging was ‘Fuck die turk’.

Enkele dagen later ging ik op mijn fiets boodschapjes doen. Ik had een boodschappenlijstje meegekregen van mijn moeder. Op mijn fiets was ik altijd in gedachten verzonken. Ik dacht aan wat ik wilde worden. Ik dacht aan vrouwen. Ik dacht aan geld. Ik dacht aan school. Ik dacht aan voetbal. Ik dacht niet aan dikke Turken met te veel haar. Alsof het dikke Turkje al een paar dagen daar had geslapen met de gedachten ‘Ooit komt hij hier langs’ sprong hij uit de struiken. Voor mijn fiets bleef hij staan. Vlak voor zijn dikke lichaam kwam mijn fiets tot stilstand. Ik duwde de fiets al zittend een stukje achteruit. Langzaam stapte ik van mijn fiets af en zette hem op mijn standaard. “Kan ik je helpen?”: vroeg ik hem. Achter het Turkse dikkerdje zag ik de supermarkt liggen. Ik hoopte zo erg dat het dikkerdje snel op zou rotten. Ik wilde de boodschappen voor mijn moeder doen. Verder niets. “Nou. Komt er nog wat van?” riep ik “ik heb niet de hele dag de tijd” Ik zag dat het Turkje een beetje onzeker werd. Hij wilde ruzie met mij maken. Alleen merkte hij dat ruzie maken niet echt mijn ding was. Het Turkje keek mij aan en zei:”Je bent een homo!” Ik pakte mijn fiets vast. De fiets haalde ik weer van de standaard af. Ik lachte de Turk toe en zei:”Je valt in herhaling.” Ik duwde mijn fiets langs de het stinkende Turkje en reed richting supermarkt.

Toen ik de winkel uitkwam zag ik het Turkje nog op dezelfde plek staan. Hij had waarschijnlijk in de 15 minuten dat ik binnen was allerlei plannen beraamd. Hij zou mij eerst een rechtse directe geven, gevolgd door een linker uppercut. Ik bond de boodschappen voor mijn moeder onder mijn snelbinders. Haalde mijn fiets van het slot, en reed richting het Turkje. Vanaf links zag ik mijn buurjongen Joel ook aankomen fietsen. Weer sprong het Turkje voor mijn fiets. “En nu maak ik je kapot” klonk het. De woorden echoden wat na. De woorden ketsten van nieuwbouwhuis naar nieuwbouwhuis en stierven langzaam weg. Ondertussen stopte mijn buurjongen Joel ook en vroeg wat er aan de hand was. Kort legde ik hem het verhaal uit. Vies Turkje noemt mij homo. Ik pest vies Turkje terug. Vies Turkje voelt zich beledigd. Vies Turkje wacht mij op. Vies Turkje is gek. Joel begreep het en moest lachen. Vies Turkje was wederom met stomheid geslagen. Hij keek mij met grote ogen aan. “Zullen we richting huis fietsen, Joel?”: vroeg ik. Ik sprong op mijn fiets en trapte met Joel aan mijn zijde mijn fiets en boodschappen naar huis.

De vakantie was voorbij. Het Turkje zat ook bij mij op school. En nog wat neven van het Turkje zaten ook ergens op die school. Ik weet niet eens zeker of het nou neefjes of neven waren. Familieleden waren het wel. Op school aangekomen zag ik de Turken, die geloof ik ook nog een eigen ‘gang’ hadden, druk bezig met het drukken op toetsjes van hun mobiele telefoon. De turken werden gebracht naar school door andere familieleden. Ze mochten niet met de fiets. Fietsen is voor Hollanders. Ik kwam wel op de fiets. Net op het nippertje fietste ik het schoolplein op. Ik had nog 3 minuten voor de bel ging. Al dat vet-VMBO volk hing hinderlijk om en rond het fietsenhok. Ik ramde mijn fiets snel de fietsenrekken in en rende naar de schoolingang. Met mijn boekentas over mijn schouder en nog kauwend op een boterham wurmde ik mij tussen de andere scholieren door. Vanuit het niets stond het vadsige Turkje weer voor me. Stoer zei hij:”Jou moest ik nog hebben, klootzak.” Ik liep om hem heen en riep hem toe “Ik heb nu geen tijd om ruzie te maken. Ik ben te laat. Laten we verder gaan in de eerste pauze.”

En daar was het de eerste pauze. Om voor eens voor altijd van stink Turkje af te zijn had ik besloten mijn excuses aan te bieden voor het beledigen van zijn zus. Zoekend liep ik door de school. Waar was stink Turkje dan? Ik zocht in de kantine. Ik zocht op het schoolplein. Ik zocht bij de fietsenstalling. Nergens was stink Turkje. De hele dag verliep rustig en ik zag X stink Turkje nergens meer. Het vadsige mannetje was in rook opgegaan. Ik vond het jammer. Ik hoopte dat ik hem nog ergens tegen zou komen. Graag zou ik het smerige mannetje nog mijn excuses aangeboden hebben. Ik had daar natuurlijk genoeg kansen voor gekregen. Alleen het jennen van het mannetje was zo leuk. Het mannetje wat altijd mensen in elkaar sloeg. Het mannetje die de stoerste verhalen had. Het mannetje die aan iedereen vertelde dat als iemand zijn zus aan zou raken, hij ze zou doden. Het mannetje dat met moeite vwo aan kon, maar zichzelf wel tot slimste van de school had verkozen. Het mannetje waar iedereen bang voor was, want hij had zo’n grote familie.

Twee weken later kwam het Turkje weer op school. Hij was gestopt met voetballen in ons team. Hij was naar een andere club gegaan. Ons niveau lag te laag volgens hem. Op school sprak hij niet meer met mij. Ik was te dom voor hem. Twee weken had hij nodig. Twee hele weken om met deze kutsmoes te komen. Dan heb je echt een heel slecht leven. Het probleem was gelukkig opgelost. Ik was af van het Turkje en het Turkje was af van mij. Soms kom ik hem nog tegen. Ik spreek hem niet meer. Ik weet wel dat hij liegt over wie hij is en wat hij doet. Ik hoorde hem ook nog wel eens vechtpartijen verzinnen. Hij was overal bij en moet nu superrijk zijn. Het is nog niet aan hem af te zien.

Moge het vadsige Turkje ooit zijn geluk vinden!

Zomersgevoel

Het was drukkend heet in de trein. Bokheet zou mijn oom gezegd hebben. Mijn hele lichaam was klam en nat. Mijn shirt zat vastgeplakt aan mijn rug. Iedereen om mij heen steunde en kreunde. Ik genoot stiekem van de hitte. Ik keek naar buiten door het raampje, de lucht was prachtig. Geen wolkje te zien. Ik glimlachte. De man aan de andere kant van de coupé zou wel denken dat ik gestoord was.


Mijn telefoon trilde. Ik wilde nog niet kijken. Mijn telefoon trilt de hele dag door. Het lijkt soms wel of mijn telefoon een fulltime vibratiefunctie heeft. Het maakt niet uit. Als X stopt met pingen/bellen/smsen neemt Y het zonder probleem over. Met een domme smoes probeer ik er dan weer van af te komen. Ik verzin dat ik ergens ben of fake een gesprek met mijn vader. Nu wilde ik nog niet kijken om een andere reden. Er was een meisje. Een mooi meisje. Ik stelde haar domme vragen. En ik was bang voor de antwoorden op de vragen. Domme vragen is niet helemaal het geval. Ik kwalificeer ze liever als rare vragen.

Langzaam trok ik mijn telefoon uit mijn broek. Een jeans dragen bij zevenentwintig graden Celsius. Niet slim. Ik doe dat. Ik haat korte broeken. Ik dacht na over mannen in korte broeken. Dikke mannen met dikke witte benen en hier en daar een plukje haar. Dunne mannen met dunne benen. Mannen met heel veel beenhaar. Mannen die hun beenhaar scheren. Dus met gladde benen. Nee, korte broeken dat is niet mijn ding. Ik druk op het unlock-knopje van mijn telefoon. Ik zie het icoontje van Blackberry-messenger en een rood lampje knipperen. Ik haal diep adem. De lucht in treinen werkt altijd verstikkend. Warm of koud dat maakt geen verschil. Treinlucht is slechte lucht. Hier had ik niks aan. Ik moest een DM hebben op Twitter. Of een berichtje via Liveprofile. Liveprofile had zij ‘uitgevonden’. Het was haar ontdekking. Ik stopte de telefoon weer terug in mijn broekzak. Ik checkte of ik alles bij me had. Ik sloeg de bladzijde van mijn boek om. Ik las twee regels. Mijn telefoon ging weer af. Zachtjes tfoe’de ik. Snel keek ik om mijn heen over er geen Marokkanen in de buurt zaten. Ik wurmde mijn telefoon weer uit de broekzak, van de aan mijn been vastgeplakte, jeans. Het was geen liveprofile berichtje. Dat was onmogelijk. Die trilde namelijk niet. Het duurt wel lang. Wat was ze aan het doen? Met wie was ze nu? Ik begon mij te ergeren. Niet aan haar. Aan mezelf. Ik noemde mijzelf zachtjes liefdesjunk.

Naar alle eerlijkheid moet ik bekennen dat ik wanhopige en rare vragen stel aan haar. Een vraag vanuit het niets. Een vraag over ‘ons’ huwelijk. Een vraag over mijn liefde voor haar. Ik weet niet waarom ik het haar vraag. Ik moet het toch vragen? Ik kan het moeilijk voor mij houden. Ik moet toch laten weten dat ik haar leuk vind. Slecht ben ik niet met vrouwen denk ik. Wel dom. Heel dom. Bij mij werkt alles in een stroomversnelling. Ik werk met een soort van ‘Veni, vidi, vici’ alleen dan net even anders. Ik kom, ik zie, ik word hopeloos verliefd voor een paar dagen, en ik verlies. Dat is meestal hoe het bij mij gaat. Dat in een dag of vijf. Deze keer was het wel net even anders. Deze keer moest en zou ik antwoord hebben. Ik bleef zoeken naar antwoorden. Ik wilde haar trouwen en vroeg dat via liveprofile. “Over enkele minuten rijden wij station Utrecht centraal binnen. Denkt u bij het verlaten van deze trein aan uw eigendommen” klonk het krakend door de luidsprekers. Het was best leuk geweest als ze heel zachtjes 3FM door die luidsprekers draaiden, toch? Dat doen ze niet. Ik lach om het woordje eigendom. Ik dacht dat het meisje al mijn eigendom was. Ik wilde dat ze per direct terug liveprofilde. Misschien klinkt een ‘berichtje terug stuurde over liveprofil’e beter. Het is tegenwoordig in om er een werkwoord van te maken. Msnde, pingde en noem maar op. Liveprofilde dus. Ze deed het niet. Ik kreeg maar geen bericht. Ik liep zuchtend de trein uit.

Ondertussen bleef mijn telefoon maar doortrillen en doortrillen. Houdt het dan nooit op. Klote telefoon. Ik moest rennen om mijn aansluiting te halen. Ik moest snel naar Den Haag. Door het rennen ging ik nog erger zweten. Waarom nam ik altijd zo’n zware tas mee? Kluns dat ik ben. Tijdens het rennen trok ik de telefoon weer uit mijn broekzak. Niet laten vallen, dacht ik. Het was niet het enige wat ik dacht. Vol frustratie drukte ik weer op het knopje links boven op het toestel. De unlock-knop. Nog steeds geen bericht. Wat was ze aan het doen? Ze kan op z’n minst toch even iets terug sturen. Ik heb haar ten slotte net ten huwelijk gevraagd. Weliswaar via liveprofile. Een huwelijksaanzoek is toch een huwelijksaanzoek. Lachend stopte ik mijn telefoon terug in mijn broekzak. Lul dat ik ben. Het is toch vanzelfsprekend dat ze niet op een huwelijksaanzoek via één of andere stomme app reageert. Een app die ook nog eens dagelijks meerdere malen last heeft van een vastloper.

Dat trouwen komt wel. Eerst maar eens kijken hoe lang ze het met mij kan uithouden. De vrouw die langer dan twee maandjes van mij kan houden moet nog uitgevonden worden. Ik moet eerlijk bekennen dat vrouwen ook wel lastige wezens zijn. De ene vrouw vindt mij veel te lief, de andere vrouw vindt mij een botte en arrogante hork. Slechte woordkeuze. Ik weet het. Wel letterlijk geciteerd. Hopelijk vindt dit meisje mij echt leuk. En precies goed. Niet te lief of te arrogant. Ik heb al het goede van een man, en dat zal ik haar laten voelen. Het duurt even maar dan zal zelfs zij haar immuniteit voor liefde verliezen en haar hart openen voor mij. Zullen we een weddenschap afsluiten? Over minder dan zes maanden schrijf ik hier een blog over mijn huwelijk, huwelijksreis of mijn nieuwe huis. De huwelijksnacht houd ik voor me.

donderdag 12 mei 2011

De eerste ontmoeting.

Daar zat ik dan, verstopt in de inloopkast van onze slaapkamer terwijl ik de vader van mijn vriend vanuit de woonkamer in het berbers hoorde praten. 
Ik hoor je denken, waarom zou je je verstoppen in een inloopkast? Nou, omdat zijn ouders tien jaar geleden nog de droom hadden dat mijn vriend met een Marokkaans meisje in het huwelijksbootje zou stappen. Het liefst een mooi Marokkaans meisje, een lief Marokkaans meisje, een Marokkaans meisje dat het huishouden zou doen een Marokkaans meisje dat mooie kinderen zou baren, Marokkaanse kinderen uiteraard. Maar hij koos voor mij. Een Nederlands meisje dat op haar veertiende het huis uit is gegaan, in verschillende crisiscentra heeft gezeten, zich door niemand de wet voor laat schrijven en precies doet waar ze zin in heeft (al pakt dat niet altijd even goed uit, maar dat even daargelaten). En het huishouden? Het is dat het moet, maar gelukkig is vriendjelief iemand die absoluut niet tegen chaos en rommel kan. En laat dit meisje nu ADD hebben. Het feit dat ik leef op chaos dat wist hij toen nog niet.

Zijn ouders wisten nog niet van mijn bestaan af, zijn broertjes en zusjes (mijn vriend is de oudste van de tien kinderen) daarentegen wel. Die kwamen ook heel lief een paar keer per week de meest heerlijke schotels brengen en waarschuwden ons telefonisch als vader naar “ons” huis kwam.  Dit is een paar maanden goed gegaan tot die bewuste avond dat ik verstopt in de inloopkast zat. En als ik inloopkast zeg, dan bedoel ik een ruimte van ongeveer 2 bij 1 meter, allesbehalve ruim. Ik weet nog steeds niet wat er gebeurde maar ik zat op mijn hurken en wilde wat gaan verzitten omdat ik niet wist hoelang ik daar nog zou moeten blijven. Ik verloor mijn evenwicht en kwam met mijn hoofd tegen de deur. Helaas werd deze knal ook gehoord in de woonkamer en voordat ik het wist trok de vader de deur open en zag mij op de grond zitten. Er omheen stonden mijn vriend en twee van zijn zusjes, allemaal met grote ogen naar hun vader te kijken om te zien hoe hij zou reageren.  Ook ik -die toch niet heel vaak met haar mond vol tanden staat- was even uit het veld geslagen. Ik dacht nu komt het, nu gooit hij die Nederlandse straatmeid uit huis. Maar niets was minder waar. Hij riep in het gebroken Nederlands tegen mijn vriend: ‘behandel jij zo je gasten’ en zei tegen mij ‘sta op en kom mee’.  Hij nam me mee naar het ouderlijk huis waar ik werd verwend met zoete thee en allerlei heerlijkheden. Tot op de dag van vandaag gaat dit verhaal rond en wordt er hartelijk om gelachen.
 
 Dit is een gastblog van Bo Vermeulen

dinsdag 26 april 2011

Jankjoden & mekkermoslims

Wij willen graag gediscrimineerd worden. En wij zijn verschrikkelijk zielig. “Het is belachelijk! We mogen niet meer ritueel slachten!” Dat werd mij als eerst toegeschreeuwd. Ik vroeg mij even af wat er aan de hand was. Maar haalde al gauw mijn schouders op en ging verder met de dagelijkse beslommeringen. Even later werd het geschreeuw al iets meer genuanceerd. Nuance is heel belangrijk in zulke gewichtige zaken. We mochten nog wel ritueel slachten. We mochten alleen niet meer onverdòòfd ritueel slachten. Klinkt toch al heel anders. De klappen kwamen deze keer niet eens van rechts. De klappen kwamen van links en toen Islamitisch Nederland wilde ontwijken, mepte rechts ook nog een keer. Ver-schrik-ke-lijk. Verschrikkelijk. Gelukkig, WIJ kregen dit keer bijstand van hunnie. Sam en Moos schoten ook even uit hun slof. Ik weet niet zeker of ik ergens de woorden abject en infaam langs heb horen komen. Dit kan ik ook alleen gedacht hebben. Ik was geboeid. Wat gaat er gebeuren? Hoe gaan we dit oplossen? Ik ging eens even opzoeken hoe de spreekwoordelijke vork in de steel zit.

Onverdoofd slachten mag niet meer. Slachten mag nog wel. Men neme dus een koe. Een verdovingspistool. Een ritueel slagertje. En tot slot het boek ‘Ritueel Slachten voor Dummies.’ Moet lukken. Ik vroeg mij serieus af : “Wat is er nou mis met verdoofd slachten? Hoezo mag verdoofd slachten niet?” Ik aan het lezen geslagen in de Koran. Lezen en nog meer lezen. Ik las mij een slag in de rondte. Maar vinden deed ik het niet. Verre van. Ik stuitte op dingen als 5:5: "Alle goede dingen zijn u deze dag geoorloofd. Het voedsel der mensen van het Boek (christenen en joden) is u geoorloofd en uw voedsel is hun toegestaan." Ik wist het echt even niet meer. Moest het mij nou per se zo moeilijk gemaakt worden? Nergens vond ik dan maar ook enige reden waarom verdoofd slachten niet mag. Ik begreep dat er toen nog geen verdoofd slachten bestond. Maar er stonden ook geen zaken vermeld als: ‘Gij zult het dier extra veel pijn doen’ of ‘Gij zult op de meest sadistische manier het dier slachten.’

Uiteindelijk –na nog veel meer lezen- kreeg ik dan een antwoord. Het mag niet omdat ze bang zijn –ja, echt bang zijn- dat het dier tijdens het verdoven al komt te overlijden. Niet omdat het niet mag. Ze hebben dus zelf gewoon een reden verzonnen om weer in het verdomhoekje te kunnen gaan staan. Om weer te kunnen roepen: “Oh wat zijn we zielig en ongewenst in Nederland.” Gewoon expres in het hoekje gaan staan waar de klappen vallen, om daarna samen met Joods Nederland te gaan bitchen dat je geslagen bent. Waarom betrekken de media niet gewoon altijd de islam erbij? Hebben we graag. Elke discussie die tegenwoordig plaatsvindt relateren wij gewoon aan de islam. Is toch veel makkelijker? Dan zijn wij ten minste ALTIJD zielig, zoals we dat graag willen. Dan hoeven daar niet meer over te twijfelen. Zielig gevonden worden is tenslotte toch waar het allemaal om draait. We hebben al zo zwaar met een idioot als Geert Wilders in Nederland en nu keert zelfs de Partij voor de Dieren zich tegen ons.

Mijn eindconclusie is dus eigenlijk gewoon: slacht gerust verdoofd, lieve slachters. Doe het wel voorzichtig en geef het dier niet meteen een overdosis. Dan gaat het dus mis en dan moet je die koe weer verkopen aan Nederlands slachthuis. Maak je verlies en ga je failliet. Ik denk dat wij met het verdoofd slachten gewoon allemaal blij moeten zijn. Dieren minder pijn. Partij van de Dieren blij. Moslims aangepakt. Wilders blij. Moslims hebben nog halalvlees. Moslims blij. Kan het nog beter?

donderdag 14 april 2011

Vallende sterren

Ik heb ooit seks gehad met een vrouw die al twee kinderen had gebaard. Toen ik mijn -niet eens heel kleine- penis voorzichtig in haar vagina duwde, ging dit zonder moeite. Het ging zo moeiteloos, dat ik niet eens door had dat ik al in haar vagina zat. Ik kon letterlijk de zogenaamde ‘helikopter’ doen in haar vagina. Even voor de mensen die niet weten wat de helikopter is: dat is de penis net bij de ballen vast pakken en die dan heel hard rond slingeren, net als de wieken van een helikopter. Ik ging er rustig uit en wederom duwde ik mijn lul haar kut in. Het leek weer of ik de schutsluizen van IJmuiden in voer. Ik had mij natuurlijk door haar kunnen laten pijpen, al was dat niet heel spannend geweest omdat ze dat het half uur daarvoor al had gedaan. Wat was ik blij dat ze na een kleine drie kwartier stoten tegen mij zei: “Wil je anders in mijn kontje komen?” Ik wisselde van condoom en duwde mijn lul toen maar haar kontje in. Ik kon toen gelukkig toch nog klaar komen.


Anale seks of hoe we dat in de volksmond noemen ‘kontneuken’, is bij islamitische wet verboden. Ik vraag mij toch nog dagelijks af: Waarom? Wat is er mis met anale seks? Seks is seks. Ik probeer redenen te bedenken waarom ik mijn vrouw niet in haar sterretje mag nemen. Ik probeer mij aan de regeltjes van het geloof te houden, maar ze moeten het mij dan wel wat duidelijker maken. Ik wil best geloven. Zeker ook, wil ik gewoon doen wat er opgedragen wordt. Ik wil alleen wel weten waarom ik het doe. Ik heb getracht het op te zoeken. Nadat ik per ongeluk op een site kwam over anale jeuk, kwam ik dan uiteindelijk op een site die mij HET antwoord moest geven: www.islamcity.nl. Het antwoord is: ‘De Profeet (salallahu ‘alaihi wa salam) zei: “Diegene die gemeenschap heeft met een menstruerende vrouw, of met een vrouw in haar anus, of wie een toekomstvoorspeller bezoekt, heeft ongeloof gepleegd in wat er is geopenbaard aan Mohammed.” Duidelijk toch? Het mag niet, want dat staat geschreven. Geen discussie mogelijk. Maar waarom mag het niet? Omdat de Profeet het heeft gezegd. Uiteraard, provocateur die ik ben, is dit voor mij niet het bevredigende antwoord. Ik wil weten WAAROM ik niet in de kont mag neuken als ik dat wil. En dat de Profeet dat zo heeft gezegd, dat geloof ik graag. Ik weet ook dat de Profeet met al zijn wijsheid niet zomaar iets zegt. Het moet toch een reden hebben en ik ging verder in mijn zoektocht.

De tweede link die ik op Google vond is wederom van www.islamcity.nl. Wederom kreeg ik hetzelfde stukje voor mijn kiezen. De Profeet heeft gezegd dat het niet mag. Gelukkig vond ik in mijn zoektocht ook een linkje naar de beroemde site www.marokko.nl. Heerlijk. Daar weet ik sowieso dat de informatie die er opstaat, door geile 16-jarige jongentjes en meisjes is gestuurd. Vol verwachting opende ik de link. Smullen. Iemand had een topic geopend. “Waarom is anale seks verboden?” Toevallig dat is precies de vraag die ik mij ook de hele tijd stel. Abu Husayn geeft het eerste antwoord aan de vragensteller. Of -stelster, denk ik persoonlijk. “Anale seks is slecht voor de gezondheid, het is sowieso niet bedoeld dat mensen ‘zo’gemeenschap met elkaar hebben. Zo zal elke dokter anale seks ook afkeuren.” Wat fijn! Ik heb nu een antwoord. Maar iedereen begrijpt natuurlijk dat dit gewoon een kutantwoord is. Op www.marokko.nl reageren gelukkig niet alleen mensen met het IQ van kipnugget. Er zijn ook mensen die wel degelijk ergens verstand van hebben, hetzij zeldzaam. Zo heeft Uitnodiger verstand van anale seks en kom ik uiteindelijk achter het antwoord: ‘Anale seks draagt veel risico's met zich mee. De wand van de anus is erg dun en de dichtheid van bloedvaten is er groot, zodat een binnendringende penis makkelijk een wondje kan veroorzaken. Hierdoor is de kans op het oplopen van soa's (sexueel overdraagbare aandoening) erg groot. Het feit dat HIV en AIDS zich aan het begin van de jaren '80 van de vorige eeuw zich in de Westerse wereld relatief zeer sterk verspreidden in homoseksuele kringen (en niet onder heteroseksuelen), wordt wel toegeschreven dat homoseksuelen relatief veel anale (en onbeschermde) seks hadden (ook met wisselende partners). Ook is de huid van de eikel zeer dun en kwetsbaar, terwijl in een anus massa's ziekteverwekkers zitten. De endeldarm bevat grote hoeveelheden bacteriën die in de vagina tot infecties kunnen leiden wanneer men tijdens een vrijpartij anaal contact laat volgen door vaginaal contact. Verder worden door anale seks de spieren in de anus opgerekt, zodat het moeilijk kan worden om de ontlasting nog op te houden.’

Dit was uiteindelijk het enige wat ik wilde weten. Ik snap niet waarom (zogenaamde) islamitische geleerden niet meteen dit antwoord konden geven. De cyberimams op internet hebben iedereen alleen maar plat gegooid met teksten die zij klakkeloos in het hoofd hebben gestampt. Maar ik zal nu dus niet meer kontneuken. Ik weet dat het niet mag en waarom het niet mag, met dank aan Uitnodiger. En volgens een paar Marokkaanse meiden op www.marokko.nl was anale seks verboden omdat homo’s ook verboden zijn. Alles wat homo’s doen dat mogen wij als goed moslim ook niet doen. Ik ben daarom ook gestopt met douchen, eten, lopen en ademen. Ik heb namelijk gehoord dat homo’s dat ook doen.