Totaal aantal pageviews

zondag 21 november 2010

Mijn Liefde

Liefde


Tranen probeer ik te bedwingen. Ik zet alles op alles om mijn tranen niet te laten stromen. Ze is het niet waard. Ik moet niet huilen om een meisje wat mij bespeeld. Ik moet niet huilen om een meisje wat het niet waard is. Ik moet niet huilen om liefde. Van liefde moet je genieten en als het over is moet je alles vergeten. Een grafje geven in je geheugen. Je moet alleen denken aan de mooie dingen die je samen hebt mee gemaakt. Je moet alleen nog denken aan de ervaringen waar je wijzer van geworden bent. Helaas, het lukt mij niet en ik voel de tranen langzaam over mijn wangen stromen. In kleine riviertjes voel ik warme tranen een weg banen over mij wangen. Een diepe snik volgt. Ik weet het even allemaal niet meer. Is het echt nodig om het allemaal zo moeilijk te maken? Ik durf mijn eigen vraag niet te beantwoorden. Je doet het allemaal zelf, pik is het antwoord wat menig weldenkend mens mij zal geven. Je was haar kwijt en jij nam haar weer terug. Hoeveel kansen verdien je samen.? Hoe vaak moet je het lot op de proef stellen? Het liefst wil ik haar nog een miljoen kansen geven, maar ze verpest ze allemaal weer. Het liefst wil ik haar weer in mijn armen sluiten en zachtjes in haar oor fluisteren dat het allemaal geen reet uitmaakt en dat het goed komt. Ik ben alleen bang dat ik het zelf niet meer geloof. Diep van binnen weet ik dat ze niet de ware is voor mij.

Toekomst is wat mij toe komt. Jij bent mij toegekomen maar ben je dan ook mijn toekomst? Ik hoop nog steeds van wel. Ik hoop dat jij nog steeds de ware bent. Het meisje wat de moeder van mijn kindjes wordt. Het meisje tegen wie ik elke ochtend ‘Goedemorgen schat’ mag zeggen. Het meisje wat voor mij het eten kookt en met wie ik daarna samen de afwas doe. Het meisje met wie ik over vijftig jaar praat over vroeger. Dagelijks hoop ik dat jij dat meisje bent. Dagelijks voel ik steken in mijn hart als ik over jou nadenk en begin ik te huilen als je in mijn gedachten komt. Ik heb meer tranen om jou gelaten dan om het overlijden van Michael Jackson en ik was een groot fan. Elke songtekst van een zoetsappig R&Bliedje slaat op ons. Ik weet alleen maar dat ik diep van binnen nooit zou vergeten wat jij voor mij betekend. Ik weet stiekem ook diep van binnen dat ik je moet laten gaan. Mijn moeder zei vroeger altijd:” Steel niet uit de koekjestrommel je moet controle hebben over je lusten.” Had ik maar geluisterd naar de wijze woorden van mijn moeder. Ik heb toch voor mijn lusten gekozen en ben als een wilde hengst jou gevolgd. Als een dekhengst ben ik je besprongen alleen was ik niet de enige dekhengst die jou mocht bespringen. Er waren helaas meerdere kandidaten die jou liefde mochten geven en ik was de zwakste schakel. Verliezen zit niet in mijn aard. Zelfs bij een simpel potje monopoly kan ik mijn tegenstander bijna op eten nadat hij de Kalverstraat koopt en ik hem elke keer een berg geld moet betalen voor ik langs start kom. Moet je nagaan wat ik jouw andere scharrels toe wens. Ik scheld niet graag met ziektes, stiekem hoop ik wel dat zij allemaal zullen sterven aan een ziekte die heel vele pijn doet. Ik weet dat het niet eens de schuld is van al die andere jongens. Het is allemaal mijn schuld. Ik heb jou met mijn hart laten spelen. Ik heb jou mij pijn laten doen. Ik stelde mijzelf voor nooit en te nimmer meer verliefd te worden. Het lukt mij aardig ik word niet meer verliefd. Toch houd ik mij niet aan mijn eigen belofte. Ik word niet opnieuw verliefd omdat ik nog steeds tot over mijn oren smoorverliefd op jou ben. Ik vraag mij toch elke dag af wat ik nou met je aan moet? Moet ik mijn liefde blijven volgen en elke dag weer een poging wagen jou te vertrouwen? Moet ik dan echt gewoon net doen of mijn neus bloed? Ze zeggen wel eens dat je mooie vrouwen nooit alleen hebt. Jij bent het levende bewijs.

De tranen blijven stromen en ik verbaas mij dat ze niet een keertje op raken. In één teug kloek ik een glas drinken achterover ik moet mijn vochtgehalte weer op peil brengen. Ik haal mijn handen door mijn haar en bedenk mij dat ik je niet kwijt wil. Hoe slecht je ook bent, ik hou (helaas) van je. Ik haat je ook nog eens. Ik balanceer op de grens tussen liefde en haat. Er zijn dagen dat ik verkeerd stap en dan hou ik van je de meeste dagen sta ik aan de goede kant en dan haat ik je. Ik hoor je ook te haten na wat je mij hebt aangedaan. Het lukt mij helaas niet altijd. Als ik naar je foto’s kijken beginnen mijn tranen nog harder te stromen en grijp snel weer naar de fles cola om snel mijn vochtgehalte weer op peil te brengen. Alles doet pijn. Ik heb hoofdpijn, keelpijn en pijn aan mijn ogen. Het huilen lucht ook niet meer op vroeger was ik wel eens blijk als ik huilde dan had je lekker alles van je afgeschud. Dan was je er klaar mee. Helaas, dat telt niet meer. Angstvallig blijf ik je bellen in de hoop dat je deze keer wel op neemt. Als de telefoon voor de vijfde keer overgaat, weet ik dat ik beter kan ophangen. Het is voorbij. Waar zal ze zijn? Ik bedenk dat ze waarschijnlijk in de armen van een ander ligt. Iemand die het wel aan kan. Iemand die haar verteld wat ze moest doen. Iemand die niet zo veel van haar houdt en haar daarom niks kan maken. Iemand wie haar liefde wel op de juiste manier beantwoord. Ik draai mij om in mijn bed en kijk naar mijn telefoon. Ik wil hem pakken om een laatste keer te bellen en bedenk mijzelf dat het totaal geen nut heeft. Ik kan mij niet inhouden en kies voor de laatste keer haar nummer. De telefoon gaat over maar wordt wederom niet opgepakt. Ik snik nog een keer diep en dep mijn tranen met mijn kussensloop. Ik moet dan maar proberen te slapen en haar vergeten. Ik heb de opdracht begrepen. Ik hoop dat ik het deze keer ook kan.

De ochtendstond heeft goud in de mond maar geen liefde. Bij het wakker worden denk ik meteen aan haar. Ik open mijn ogen in de hoop dat ik gemiste oproepen heb. Ik zie dat ik niet gebeld ben. Ik voel mijzelf meteen weer verdrietig. Ik wil alles zo snel mogelijk vergeten en neem een lekkere warme douche. Ik hoop dat mijn hersenen koken onder een hete douche maar het helpt niet. Vergeten lukt niet. Ik kleed mij langzaam aan en bedenk mij tegelijkertijd hoe ik haar uitkleed. Ik voel de tranen alweer op komen. Kan ik nou geen minuut even die klote tranen in bedwang houden. Een diepe zucht verlaat mijn mond. Ik besef dat het geweest is. Ik weet ook dat er een dag zou komen waarop zij mij meer zal missen dan ik haar nu. Ik troost mijzelf met de gedachten dat ik gelukkig word met een ander. Ik laat andere meisjes de revue passeren en besef dat er geen één even mooi is als dat zij is. Ik besef dat er geen meisje beter is dan dat zij is. Ik weet ook diep van binnen dat het leugens zijn dat ik haar kan vergeten. Ze is de enige voor mij en zal dat altijd blijven. Al volgen er honderden meisjes geen enkel meisje zou haar plaats kunnen vervangen. Met een gemaakte glimlach verlaat ik mijn huis en kijk om mij heen of ik haar niet ergens zie staan. Het is een hoop die ik snel kan laten varen. Zij is niet zo gek op mij als ik op haar ben. Ze staat mij echt niet op te wachten met een bosje bloemen om te vertellen dat ze nog van mij houdt.

Ik zal haar nooit vergeten maar ik weet dat ik mijn liefde onbeantwoord moet laten. Ik kan niet met haar en ik kan niet zonder haar maar ik moet toch voor het laatste kiezen. Ik ben beter af zonder een meisje wat mij pijn doet en wat mij dag in dat uit laat huilen. Ik weet dat ik zonder haar een mooier leven tegemoet ga en dat ik dan de dingen kan doen die ik zelf wil doen. Ik moet haar laten gaan ook al wil ik het niet. Ik moet haar vergeten ook al kan ik het niet en ik mag niet meer aan haar denken. Ik probeer het. Het zal mij niet makkelijk vergaan maar ik weet dat ik het kan. Ik weet dat ik sterk genoeg ben om dit leven achter mij te laten en verder te gaan. Ik wil een leven vol geluk en liefde. Ik moet opzoek gaan naar het meisje wat mijn liefde wel kan beantwoorden. Dagelijks denk ik nog aan de mooie dingen die ze mij heeft geleerd en de leuke dingen die we hebben meegemaakt. Dagelijks denk ik aan de dagen die wij samen hebben gehad, waarin wij lachend het leven tegemoet gingen en waarin wij samen hand in hand het leven trotseerde. Wat ik ook met mijzelf heb afgesproken ik hoop dat deze dagen ooit nog terug komen. Ik hou van je voor altijd!

zondag 14 november 2010

Ik hou van Holland

Ik hou van Holland


Terwijl ik eigenlijk heel graag door wil zappen dwingt iets mij om even te blijven hangen. Ik kijk en moet stiekem van binnen een klein beetje lachen. Het is best een leuk programma. Ik durf het bijna niet hardop te zeggen maar die zingende chinees is ook briljant. Zelfs het simpele smurfenlied van Vader Abraham is uit zijn mond vermakelijk. Tijdens het kijken van het programma stel ik mijzelf de vraag ‘hou ik van Holland?’ Ik weet het eigenlijk niet. Het gebeurd af en toe dat je in gezelschap bent en dan voel je een spanning. Die spanning is niet te breken. Je voelt je niet op je gemak en het liefst wil je weg rennen.

Dat gevoel heb ik niet in Nederland. Ik voel mij hier welkom. Ik zou niet weten waar ik anders heen zou moeten, als ik in Nederland niet meer welkom ben. Wanneer ik de mooi geschilderde buitendeur achter mijn rug dicht trek, voel ik de fijne koude wind mijn huid strelen. Ik steek de mooie verharde wegen over naar de bushalte en wacht in een mooi overdekt bushokje op een lekker warme en moderne stadsbus. Ik haal mijn studentenov-chipkaart langs het scanapparaat waarna ik mijn weg rustig en probleemloos spelend met mijn mobieltje naar het centraalstation vervolg. Op het centraalstation kan ik rustig wachten op de trein met een kopje koffie die als student met korting kan krijgen in een verwarmd hokje. Binnen een half uur komt er (meestal) een trein. Mocht de trein niet komen geeft een lieve mevrouw dit een keer of honderd aan. Er wordt zelfs een reden gegeven, waarom de trein te laat is. Ik pak mijn Ipod en luister naar muziek die ik thuis op mijn Ipod heb kunnen zetten omdat ik thuis een internetverbinding heb. En dan kom ik aan op het tweede prachtige centraalstation. Ik kan daar met een roltrap naar boven om daarna een overdekt busstation in te lopen. In dat overdekte busstation staat een bus klaar. Deze bus is speciaal ingezet om studenten naar hun bestemming te brengen. Bij een enorm gebouw aangekomen waar ik buiten colleges kan volgen, goedkoop kan eten, boeken kan kopen en zelfs zou kunnen bidden omdat er een moskee bij mijn universiteit zit. Na een hele dag warm gezeten te hebben en lekker heb kunnen leren terwijl ik mijn geen zorgen hoef te maken over geld omdat de Nederlandse overheid er voor zorgt dat ik maandelijks voldoende geld op mijn bankrekening krijg om te kunnen eten en drinken. Aangezien ik een wat duurdere kledingsmaak heb dan H&M, haast ik mij vanuit de collegezaal direct naar mijn werkgever. Daar word ik dan ook weer met open armen ontvangen. Ik kan daar nog wat bijverdienen zodat ik mijn luxebehoefte ook kan bekostigen.

Wanneer ik het allemaal zo eens even de revue laat passeren, kom ik tot de conclusie dat wij in Nederland amper iets te klagen hebben. We hebben het goed in vergelijking met andere landen. Het is vervelend dat af en toe de treinen wat te laat komen. Het is natuurlijk ook naar dat er na het gedogen van softdrugs een ander apart ‘iets’ gedoogd wordt. Ik dat wij daar ook niet te zwaar aan moeten tillen. Uiteindelijk zitten we hier toch maar lekker met z’n alle. Ik durf daarom nu ook chips etend en Ajax kijkend hardop te verkondigen: IK HOU VAN HOLLAND!