Totaal aantal pageviews

vrijdag 25 maart 2011

Mijn vriend Frans

Een simpel mens dat is wat ik ben. Niet meer en niet minder. Een simpel mens met slechts een simpele wens. Deze wereld tijdig verlaten. Ik heb een tijdje vrijwilligers werk gedaan. Of nou ja, vrijwilligerswerk is een groot woord. Ik heb een hele tijd gesprekken mogen voeren met verslaafde zonder daar betaald voor te krijgen. Ik ging tweemaal in de week naar een kliniek, waar wij alle soorten verslaafden troffen. Tweemaal per week was ik het luisterend oor van een verslaafde -die zijn best deed niet meer verslaafd te zijn- en mij bij kon hij dan zijn ei kwijt. De verhalen varieerde van de befaamde junkpraat tot en met een uitgebreid verslag van een alcoholverslaafde over hoe hij vrouwen eerst zonder condoom in de anus nam, om zich daarna te laten pijpen. Ieder zijn eigen hobby. Uiteraard zaten er ook serieuze verhalen bij en verhalen waar ik om kon lachen. Er was één verhaal wat mij heel erg trof. En dat verhaal is mij altijd gebleven het verhaal van ene Frans. De man ging elke nacht slapen met de angst niet meer wakker te worden. Het tegenovergestelde van mijn angst. Ik ga elke avond slapen, met de angst wakker te worden.

Frans was ooit een chirurg. Een goed arts in Suriname. Hij had een goed betaalde baan in Suriname en wilde meer met zijn kennis doen. Na dat hij enkele projecten in Nederland had mogen doen, vertrok hij met zijn vrouw en twee kinderen naar Nederland. Zijn twee kinderen Boy en Hendrik waren nog maar kleuters en zouden een goed leven in Nederland krijgen. Frans kende Nederland al, omdat hij zijn studie geneeskunde in Nederland had gevolgd. Hij was met zeer goede resultaten en een diploma op zak, terug naar Suriname vertrokken om daar zijn steentje bij te dragen aan het verbeteren van de maatschappij. Het duurde niet lang en toen kwam Frans in Suriname niet meer aan zijn trekken. Het werk was niet uitdagend en door zijn ongezouten mening, en de corruptie in Suriname wist hij wel zeker dat hij in Suriname nooit en te nimmer hogerop zou komen. Hij begon via familie in Nederland te solliciteren op banen in verschillende ziekenhuizen. Na de al eerder besproken vrijwillige projecten die Frans in Nederland heeft mogen doen, kwam Frans in Nederland bij UMC uit. In het UMC zou Frans dan eindelijk zijn droom waar kunnen maken. Hij mocht leiding geven aan een groep mensen die onderzoeken naar kanker deden, en hij kon daarnaast zichzelf nog specialiseren. Frans kocht een mooi huis in Nederland en startte een mooi leven.

Niet lang heeft Frans van dit alles mogen genieten. Na twee jaar werd het leven van Frans flink over hoop gehaald. De avond begon mooi. Het was een doordeweekse woensdag en de kinderen lagen na een middagje dierentuin met mama vredig te slapen. Frans dronk nog wat met zijn vrouw en stond, rond middernacht, net op het punt om ook samen met zijn vrouw het bed op te zoeken. Terwijl Frans de lichten aan het doven was, hoorde hij wat gestommel bij de achterdeur. Frans dacht dat het niks voor stelde en ging rustig verder met de rituelen die hij al twee jaar lang uitvoerde voor hij slapen ging. Het kaarsje wat brandde naast de foto van zijn overleden moeder werd uitgeblazen, de lichten werden uitgedaan en de laatste glazen werden op het aanrecht gezet. Die zou zijn vrouw morgen na het ontbijt wel weer afwassen. Frans had net één voet op de trap gezet toen hij weer vreemde geluiden van uit de tuin hoorde. Op het moment dat hij zich wilde omdraaien om te kijken wat er toch allemaal gebeurde in zijn tuin, werd de deur met een harde klap open getrapt, en er stormde drie mannen naar binnen. Drie mannen gekleed in het zwart met bivakmutsen op stormde het huis binnen en duwde Frans en zijn vrouw met grof geweld tegen de grond aan. Het was duidelijk dat de mannen opzoek waren naar geld. Één van de drie mannen vertelde heel rustig aan Frans dat als hij zijn kluis zou aanwijzen er niets zou gebeuren. Ze hadden een tip gekregen. Een tip dat er driehonderdduizend gulden aan contant geld in het huis aanwezig moest zijn. Frans vertelde de man dat er echt geen geld in huis lag. Ondertussen begonnen de kinderen boven te huilen, geschrokken door het lawaai wat ze van beneden hoorde. De man die sprak, duidelijk de leider van de drie, gaf het bevel de kinderen naar beneden te halen. Frans begon zachtjes te bidden dat zijn kinderen niks zou overkomen, en hoorde zijn vrouw ook huilen. Nadat de kinderen beneden waren, vroeg de leider wederom naar de kluis. Frans, die echt geen kluis in huis had zei wederom dat er geen kluis in huis was. Het was duidelijk dat de mannen hun geduld begonnen te verliezen. Met de achterkant van het pistool gaf één van de drie mannen een harde klap op de mond van Frans. Frans proefde het bloed en schreeuwde huilend dat er geen kluis in huis was en dat de tipgever zich vergist moest hebben. Lachend zei de leider:”Onze tipgever maakt geen fouten! En zeker geen fout van drie ton.” De man die tot nu het woord had gehad gaf aan één van zijn maten het bevel een rondje te maken. Alle schilderijen werden van de muur getrokken. De televisie werd op de grond gegooid. Kasten werden over hoop gehaald en na een paar minuten, die voor Frans wel uren leken, kwam de man terug. “We zitten verkeerd!”: Riep hij wat opgefokt. Dit is niet het huis wat we moeten hebben. De man die tot nu toe het minst had gedaan raakte zichtbaar geïrriteerd en begon zijn wapen te laden. Tijdens het laden van het wapen vroeg hij aan de man die het huis had doorzocht:”Dus dit is niet het huis van …. …..?” De man die het huis doorzocht had schudde langzaam zijn hoofd en stamelde:”Nee, deze man heet Frans. We zitten helemaal verkeerd.” Op dat moment vuurde de man twee kogels door het hoofd van de vrouw van Frans. De andere twee mannen begonnen de wapens ook te laden en schoten allebei een kogel door het hoofd van de zonen van Frans. Boy en Hendrik vielen op de grond en Frans kon niks doen. Zijn adem stokte en zijn hart stond even stil. Alsof het een droom was stortte Frans zich huilend over zijn vrouw en kinderen heen. Hij hoorde de knal van een wapen wat werd afgevuurd en voelde op hetzelfde moment een helse pijn in zijn rechterschouder. Zonder dat hij door had dat de kogel zijn schouder doorboord had, probeerde hij uit alle macht zijn vrouw en kinderen bij te krijgen. Hij draaide zich om naar de mannen en op het moment dat hij wilde vragen waarom, vuurde de leider nog een kogel af. Deze kogel raakte de borst van Frans en Frans viel ook achterover.

Wat er daarna is gebeurd, kan Frans ons uiteraard niet na vertellen. Frans weet dat hij vijf dagen later wakker werd in het ziekenhuis. Het eerste wat hij vroeg was: “Waar zijn mijn vrouw en kinderen?” Het was helaas geen droom voor Frans. Zijn vrouw en kinderen waren overleden. Er werd Frans uitgelegd wat er allemaal was gebeurd en als een film speelde hij het weer af voor zijn ogen. Niet veel later kwamen er twee agenten op bezoek om vragen te stellen over de avond. Frans kon hen niet verder helpen. Hij vertelde zijn verhaal. Dit was helaas niet genoeg om een concreet beeld te schetsen van de daders. Drie mannen in het zwart gekleed, met bivakmutsen is iets waar de agenten niet heel veel mee konden doen. Frans mocht na nog een week het ziekenhuis verlaten. Zijn huis durfde hij niet meer in. Frans huurde een kamertje en kocht was kleine spulletjes voor in zijn huis. Er was geen nacht dat Frans nog normaal kon slapen en het enige wat hij nog deed was drinken en blowen. Frans bezocht de meest vreemde en obscure cafés zoek naar de mannen die hem dit hadden aangedaan. Te vergeefs, hij kwam er niet achter. Het drank en drugs gebruik van Frans begon steeds extremere maten aan te namen. Van de hasj ging hij over op heroïne en van de flessen whiskey maakte hij een overstap op de goedkope blikken bier van de Aldi. Frans begon er steeds slechter uit te zien. Met de dag takelde Frans meer af. Elke dag startte hij een nieuwe zoektocht naar de mannen en elke dag kwam hij bedwelmd en teleurgesteld terug. Er was geen nacht dat Frans normaal sliep. Telkens uit angst dat de mannen weer terug zouden komen. Uit angst dat als hij zou gaan slapen hij nooit meer wakker zou worden. Dan zou hij de mannen nooit vinden. Het enige wat Frans wilde was wraak. Wraak voor wat ze hem en zijn familie hadden aangedaan. Frans nam het zichzelf kwalijk dat hij zijn gezin mee had genomen naar Nederland. Frans nam het zichzelf kwalijk dat hij niet eerder had gevraagd naar wie ze zochten. Frans nam het zichzelf kwalijk dat hij zich niet had verdedigd toen de mannen het huis binnen stormde. En Frans nam het zichzelf kwalijk dat hij niet als enige was dood geschoten. Frans nam zichzelf eigenlijk alles kwalijk.

Na zeven jaar heroïne gebruik en zwervend van park naar park opzoek naar de mannen die zijn leven zo bruut hadden verstoord, werd Frans meer dood dan levend gevonden in een park. Frans, ondertussen een gek geworden junk, werd meegenomen naar het ziekenhuis en werd daar opgelapt. Ter nauwer nood was hij voor de tweede maal aan de dood ontsnapt. In het ziekenhuis kwam hij tot het besef dat dit niet het leven is wat hij moest leven en liet zichzelf opnemen in een kliniek. Een kliniek om af te kunnen blijven van de drank. Een kliniek om af te kunnen blijven van de drugs. En voor Frans vooral om weer tot zichzelf te komen. Om weer de Frans te worden, die hij ooit was. Al zal dat hem nooit meer lukken. Ondertussen gaat het beter met Frans. Hij heeft weinig tot geen terugvallen en komt vaker buiten de muren van de kliniek. Het slapen zal hem nooit meer lukken en de angst voor de dood blijft zijn leven heersen. Bij elke knal die Frans hoort duikt hij weg. Oud en nieuw slaapt Frans voor het helse kabel los barst en zorgt hij dat hij oordopjes in heeft. Het leven van Frans zou nooit meer worden wat het geweest was. De daders zijn nooit gepakt en ook nooit door Frans gevonden. Ondanks dat het leven voor Frans, zoals hij zelf zegt, geen kloot meer voorstelt probeert hij er het mooiste van te maken. Wekelijks heb ik onder het schaken met Frans een goed gesprek. Arts zou hij nooit meer worden. Vader wil hij niet meer worden. En trouwen is voor Frans een scheldwoord geworden. Ik denk dat ik voor niemand in mijn leven ooit meer respect zou krijgen dan voor Frans. Frans heeft mij laten voelen dat het leven het waard is om voor te vechten.

maandag 14 maart 2011

Naima el Bezaz

Toen ik op de middelbare school zat, leerde ik pas Marokkaanse meisjes kennen. Sexy met mooie zwarte haren en mooie donkere ogen bewogen ze zich heupwiegend door het schoolgebouw. Marokkaanse jongens waren er wel. Dat waren die jongens die mijn bal afpakte en lek staken, omdat ze er niet tegen konden dat ik en goed kon voetballen en intelligent ben. Hun enige talent was keihard ‘tfoe’ of ‘taz’ roepen. Daarnaast konden ze ook nog heel goed in het jongerencentrum hangen. Wel wat minder goed dan het eerste talent. Meestal werden ze er na een uur uitgeknikkerd, omdat ze iets stuk maakten of ruzie kregen. Dat deze vervelende jongentjes ook nog sexy zusjes hadden, daar was ik mij tot mijn twaalfde niet van bewust. De meeste vervelende jongens van de hele bende -die ook nog eens het Chicago Bulls-petje van een goede vriend van mij hadden gestolen- hadden ook twee zusjes, een tweeling ook nog is. De één niet echt aantrekkelijk en daarbij ook nog eens bijzonder onvriendelijk en agressief. De ander zou je ook niet als ideale schoonheid weg zetten, maar haar liefelijke uitstraling, prachtig haar en zacht karakter maakte alles goed. Dit meisje was de eerste Naima in mijn leven.


Vele Naima’s hebben ondertussen de revue gepasseerd. Tot op een zeker moment. Plotseling dook er vanuit het niets een voor mij nieuwe en voor de rest van de wereld een ondertussen al wat minder nieuwe Naima op. De naam raakte mijn hart al meteen. Ik dacht alleen maar “YES EEN NAIMA!!”. Na onze eerste kortstondige tweetwisseling kwam ik er achter dat deze Naima, nooit de Naima kon zijn waar ik mij op aftrok toen ik in de brugklas zat. Dat mocht de pret niet drukken. Ik zat dan niet meer in de brugklas, maar kon mij natuurlijk nog steeds aftrekken op de ‘nieuwe’ Naima. Ik herinnerde mij in het verleden dat ik wel eens de naam ‘Naima’ had gegoogled. Ik ben altijd benieuwd naar de betekenis van een naam. Ik vraag mij dan ook af of de ouders hopen dat het kind de eigenschap bezit die refereert aan de naam. Rachid staat dan bijvoorbeeld voor rechtschapen, goed karakter en vroom. Hadden mijn ouders gehoopt dat ik deze eigenschappen zou bezitten? Het is niet heel erg gelukt. Rechtschapen –overigens wel rechtgeschapen- en vroom ben ik zeker niet. En ik denk dat ik ook niet geheel voldoe aan het ideaal beeld: man met een goed karakter. Helaas! Naima staat voor sereen en kalm. Na het lezen van haar boeken had ik al het idee dat de nieuwe Naima die we vanaf nu gewoon Naima of mevrouw El Bezaz zullen noemen niet heel erg sereen of kalm zou zijn. Na haar radio-optreden bij ‘Echte Jannen’ wist ik het zeker. Haar karakter en haar naam zijn twee tegenstrijdigheden. Ze is alles behalve kalm. Ik weet niet welke naam staat voor: Opwindend, sexy, humoristisch, scherp en knap, maar mocht ik ooit een kind verwekken bij Naima dan ga ik dit zeker opzoeken.

Nu we eindelijk de naam van deze bijzondere vrouw, de meest sexy schrijfster van Nederland, er uit hebben gegooid kan ik denk ik wel even verder gaan over Naima. Ik keek als eerst naar de twitterfoto van Naima en dacht zo –met één O-. Vlug ging ik wederom googlen. Ja, Google is een primaire levensbehoefte geworden van mij. Zonder google geen leven voor Rachid. Ik googlede op Naima el Bezaz en zag –na koningin zeef- de mooiste vrouw die ik ooit gezien had. Na het zien van haar foto’s op het internet dacht ik zóóó –met drie o’s-. Ik moest maar even snel de aandacht van Naima proberen te trekken. Het lukt mij aardig. Na wat lovende tweets kreeg ik dan een tweetje terug van Naima. Zo blij als ik was met het vinden van haar foto’s, baalde ik van het vinden van haar Wikipedia pagina. Ik kopieer even van Wikipedia: ‘Naima El Bezaz (Meknes, Marokko, 1974) is een Marokkaans-Nederlands schrijfster.’ Dat 1974 viel bij mij binnen, als een donderslag bij heldere hemel. Fucking elf jaar leeftijdverschil. Dat is niet grappig. Ik zag meteen in dat ik het bezwangeren van Naima wel kon vergeten.

Tijdens het luisteren van ‘echte jannen’ kwam ik er ook nog eens achter dan Naima getrouwd is. En ze heeft al kinderen. Iemand bezwangerde haar waarschijnlijk toen ik mij aan het aftrekken was op de andere Naima. Als ik het goed heb is haar man ook nog eens politieagent. Hij is dus in het bezit van een wapen. Ik ben dus op mijn hoede. Ik gooide al mijn charmes in de strijd, maar ik weet stiekem dat ik nooit de buitenman van Naima ga worden of durf te worden. Ik heb mijn best gedaan. Nooit gespoten, is altijd mis. Het bezwangeren gaat mij nooit lukken, maar ik weet zeker dat met het ontmoeten van Naima el Bezaz, één van de meest inspirerende vrouwen in mijn leven heb ontmoet.

Ondertussen kan ik iedereen alleen maar aanraden alle boeken van haar te lezen en ben ik gelukkig en (ik denk) verliefd op een heel mooi, lief en inspirerend meisje van mijn eigen leeftijd. Zo komt alles toch nog op zijn pootjes terecht. Mocht ik ooit een dochter krijgen, hoop ik dat mijn vrouw het toelaat dat ik haar Naima noem. En dan hoop ik niet dat mijn dochter sereen en kalm wordt. Ik hoop dat ze op jou gaat lijken Naima!