Totaal aantal pageviews

zaterdag 29 januari 2011

Een tackle van de duivel

De duivel probeert mij onderuit te halen

Elke dag heb ik het gevoel dat de duivel mij achtervolgt. Ik wil van hem ontsnappen, maar ik voel zijn hete adem in mijn nek. Ik probeer te rennen, maar het rennen heeft geen nut. Hoe harder ik ga, hoe harder de duivel mij probeert in te halen. Ik probeer te schreeuwen. Om hulp te schreeuwen. Er is niemand die mij hoort. Ik schreeuw harder en roep tot God. Maar ik ben bang om God erbij te roepen, omdat ik zo veel verkeerde dingen in mijn leven heb gedaan. Ik wil niet laf zijn en na al die slechte daden de hulp van God in roepen. Ik probeer te blijven rennen. Ik kan dit ontvluchten. Zo lang ik maar hard genoeg blijf rennen, kom ik vanzelf weer op de goede weg. Een weg waar de duivel niet in zou kunnen komen. Een weg waar ik mijn rust zal vinden. Een weg die de andere kant op gaat dan de verdoemenis in. En ik begin weer te rennen.

Ik blijf mijzelf dingen verwijten waar ik niks meer aan kan veranderen. Ik blijf mijzelf de schuld geven van dingen die in het verleden zijn gebeurd, waar ik geen schuld aan heb. Ik blijf maar met het gevoel zitten dat ik mijn leven heb verkloot en ik het nooit meer kan verbeteren. Ik reageer mij af op de verkeerde mensen en vul mijn dagen met het ‘versieren’ van meisjes. Ik kan geen genoeg krijgen. Heb ik de mooiste, wil ik de lelijkere versies ook proberen. Heb ik de lelijkere en de mooie, dan wil ik ze alle drie niet meer. En de duivel fluistert mij in dat ik door moet gaan. Ik probeer hem weg te slaan, maar het lukt me niet. Ik begin weer te rennen. Kilometers ren ik. Er zit geen stop op. Wanneer mijn lippen, de lippen van een dame raken hoor ik de stem in mijn hoofd ‘gebruik je tong’. Ik wil niet. Het is fout wat ik doe en dat besef ik. Ik weet dat het fout is. Ik blijf het doen. Ik kan niet stoppen. Ik denk, terwijl ik zoen, aan al de andere meisjes die ik op hetzelfde moment kon zoenen. Ik hoor de duivel lachen. Ik lach er zelf stiekem ook om. Ben ik trots op mijn slechte gedrag? Ik probeer mijn slechte gedrag te ontvluchten en begin weer te rennen.

Buiten adem en kilometers verder weg is het eerste waar ik aan kan denken weer een meisje. Het maakt niet uit welk meisje. Is het Fatima, Dounia, Samira of Natascha. Het maakt mij niet uit. Alles wat ademt wil ik proberen. Dik, dun, paars of blauw. Met een beetje geluk lukt het mij ooit om smurfin te veroveren. Ik blijf maar bezig. Ik kan het niet meer aan. Ik begin te huilen. Ik wil niet huilen. Ik wil normaal doen. Huilen lost niks op. Echte mannen eten geen kaas, maar mogen dus wel huilen. Ik moet niet huilen! Ik moet mijn slechte leven beteren. Waar moet ik beginnen? Lief zijn voor mensen? Dat kan ik bij voorbaat niet. Stoppen met het gebruiken/misbruiken van vrouwen. Ik wil het wel maar hoe kan ik “nee” zeggen tegen al die mooie meiden. Of minder mooie meiden. Ik begin weer te rennen. Ik vlucht weer voor mijn eigen angsten. Ik wil niet falen. Ik wil niet dat iemand zegt dat ik een klootzak ben. Ik wil niet dat iemand zegt dat ik dom ben. Ik moet door rennen. Een onzichtbare hand grijpt me bij mij keel en snijd alle lucht naar mijn longen af. Langzaam voel ik mij duizelig worden en als ik bijna het bewustzijn verlies, gooit diezelfde hand mij weer keihard de realiteit in. Mijn slechte leven. Het leven wat ik op een heel bijzondere manier aan het verpesten ben. Het was de hand van de duivel. En ik begin weer te rennen.

De enige reden om dood te willen, is om mijn moeder te vertellen wat ik haar nog allemaal had willen vertellen. Alleen mijn moeder was een goede vrouw. Zij is op een mooie rustige plek. Zou ik daar ooit komen? De kans dat ik na mijn dood mijn moeder alsnog niet terug zie bestaat. Als ik aan mijn moeder denk, word ik weer overvallen door het gevoel dat het allemaal mijn schuld is. Als ik mij niet slecht had gedragen, had ze dan nog geleefd? Als ik mijn school in één keer goed had gedaan, had ze dan minder stress gehad? Komt kanker wel van stress? Ze had ook last van haar hart. Heeft ze last van haar hart gekregen door mij? Ben ik een slecht mens? De tranen komen er weer aan. Ik voel ze weer komen. Ik mag niet huilen. Ik moet doorgaan. Doorzetten. Ik weet dat ik het kan. Blijf vechten. Ik moet doorgaan. Als ik minder met criminelen om was gegaan, had mijn moeder dan gelukkiger geleefd? Als het niet mijn schuld is dat ze dood is, heb ik haar dan wel gelukkig gemaakt? Ik denk terug aan de voicemail berichten van mijn moeder of ik alsjeblieft thuis wilde komen. Ik wilde alleen maar geld. Geld was het enige wat telde. Ik had niks aan liefde. Is dat de reden dat ik nu elke vrouw met geweld mijn leven in wil sleuren. Omdat ik alsnog de liefde wil inhalen. Moet ik hoe dan ook alsnog liefde krijgen? Ik heb het toch zelf verpest. Ik kan de tranen niet meer bedwingen. En ik begin weer te rennen.

Ik overweeg het om een christen te worden. Wat ik ook doe, ik was mijn handen in onschuld. Jezus is al gestraft voor mijn zonden. Als hij toch eens wist welke zonden ik mij op de hals zou halen, dan had hij wel twee keer nagedacht voor hij dat opschreef. Ik denk dat het woordje ‘zondvloed’ voor mij verzonnen is. De vloed aan zonden die ik in amper vijfentwintig jaar heb weten te behalen. Ik weet niet meer hoe ik er uit moet komen. Het blijft zich op stapelen. Als probleem een naam was geweest, had het mijn tweede naam kunnen zijn. Ik maak problemen en kom alleen maar in problemen. Mijn hart doet pijn. Slapen lukt niet meer. Waar moet ik heen? Ik ben alleen. Ik heb niemand meer om mij heen. Wie wilt mij steunen? Al die meisjes? Kunnen ze mij steunen? Ik ben niet goed voor ze. Waarom zijn ze dan wel goed voor mij? Ze blijven lief voor mij. Zien ze dan niet dat de duivel mij achtervolgt? Zien ze dan niet dat ik een slecht mens ben? Ik wil weer iemand knuffelen. Ik wil liefde voelen. Ik wil mijn hoofd tegen een (vrouwelijke) borstkas aanleggen en huilen. Ik mag niet huilen. Ik ben een man. Mannen huilen niet. Ik kan de tranen niet meer bedwingen. En ik begin te rennen.

Ik houd het niet meer vol. Mijn energie is op. Het rennen lukt niet meer. Ik zie wel wat er gebeurd. Het maakt mij niks meer uit. Ik lach de duivel uit en lach het leven tegemoet. Wat je ook wilt doen! Ik ben sterker en dat weet ik. Ik dans en zing het leven door. Het maakt mij niet meer uit wat er gaat gebeuren. Alles wat ik lief heb, is mij afgenomen, maar ik laat mij niet vellen door wat dan ook. Ik wil niet meer huilen. Ik wil lachen. Ik wil dansen. Ik wil springen. En ik ben gestopt met rennen.

1 opmerking: